Nieuws

De banengroei in Friesland valt volgend jaar stil

De banengroei in Friesland valt volgend jaar vrijwel helemaal stil. In het onderwijs en de industrie daalt de werkgelegenheid zelfs.

Dat beschrijft uitkeringsinstantie UWV in een uitgebreide prognose over de Friese arbeidsmarkt. Tussen 2020 en 2022 kwamen er in Friesland nog 17.000 banen bij en ook dit jaar is een groei waarneembaar. Volgend jaar valt dit stil en zullen sommige sectoren zelfs voor het eerst in jaren te maken krijgen met krimp. Per saldo komen er in 2024 jaar slechts 100 banen bij, tot een totaal van 289.000 werknemersbanen.

Dat komt onder meer doordat de bevolking van 18 tot en met 65 jaar hier minder hard groeit. Dat dempt de ontwikkeling van de werkgelegenheid in bijvoorbeeld de detailhandel, horeca en het onderwijs.

Wat gaat er volgend jaar gebeuren? We zetten de verwachtingen op een rijtje.

Groei

In sommige sectoren komen er banen bij, zoals zorg en welzijn , met 58.300 banen verreweg de grootste sector in de provincie. Er komen 400 banen bij, omdat de vraag naar zorg hoog blijft door de toenemende vergrijzing en nog altijd een inhaalvraag van in coronatijd uitgestelde zorg.

De relatief sterkste groei zit volgend jaar met name in de ICT landbouw overige zakelijke diensten (onder meer schoonmaakbedrijven, hoveniers, autoverhuurders, callcenters, reisbureaus) en groothandel . Deze sectoren zien het banenaantal net als uitzendbureaus met ongeveer 100 groeien (de prognose voor banengroei is een schatting en wordt door het UWV vaak afgerond op honderdtallen). Met name uitzendbureaus zijn conjunctuurgevoelig: bedrijven nemen tegenwoordig door de arbeidskrapte liever personeel rechtstreeks in dienst dan dat ze gebruikmaken van een uitzendbureau.

Voor kappers, schoonheidsspecialisten en belangenorganisaties, die vallen onder overige diensten , komen er mondjesmaat banen bij: de sector is klein en divers samengesteld. UWV kan de beperkte groei – enkele tientallen banen – daarom lastig duiden.

De horeca kende de afgelopen jaren telkens een groei met enkele honderden banen maar komt in 2024 vrijwel geheel tot stilstand, door de hogere inkoopkosten en gestegen energieprijzen. Personeelstekorten in de horeca zijn nijpend en sommige zaken sluiten al hun deuren of moeten nog coronaschulden afbetalen.

Krimp

De industrie, onderwijs en bouw zijn sterk aanwezig in Friesland maar krijgen volgend jaar te maken met banenkrimp. Vooral in de industrie laat dit sporen na: volgens UWV verdwijnen er 400 banen. De industrie krimpt als sector al enige tijd en dat vertaalt zich ook in het verlies van banen. Dit gaat niet direct om ontslagen maar bijvoorbeeld om medewerkers die met pensioen gaan.

Daarnaast zijn door de oorlog in Oekraïne transport- en productieketens verstoord en dat heeft geleid tot hoge energieprijzen en grondstoftekorten. Met name energie-intensieve bedrijven verwachten minder te produceren, ook door een dalende vraag. Ook door automatisering en digitalisering zijn er minder werknemers nodig voor de productie.

Verder krimpt het onderwijs , met 200 banen. Dat komt door teruglopende aantallen leerlingen en ook de lerarentekorten die de ontwikkeling van de werkgelegenheid drukken. Vacatures kunnen immers niet worden ingevuld.

De bouw stagneert en UWV verwacht een lichte krimp van ongeveer 100 banen. De nieuwbouw van woningen valt terug en door gestegen kosten staan de investeringen van bouwbedrijven onder druk. Ook de stikstofproblematiek en personeelstekorten remmen de bouw.

De sector transport en logistiek staat door het structurele thuiswerken onder druk, constateert UWV. Er zijn minder reizigers in het openbaar vervoer en bovendien is de sector vergrijsd. Veel medewerkers zullen met pensioen gaan.

De financiële dienstverlening krimpt ook, maar deze sector is ondervertegenwoordigd in Friesland. De afname blijft beperkt tot ongeveer honderd banen. Door automatisering worden veel handmatige werkzaamheden overbodig. Grote bedrijven sluiten kantoren en halen de medewerkers terug naar de grote steden. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij Aegon in Leeuwarden, waar het hypotheekbedrijf na de fusie met ASR naar Utrecht verhuist.

Goed of slecht?

De afgelopen jaren kon het niet op met de banengroei, maar nu gaat de rem erop. Is dat nou goed of slecht? De stagnatie en krimp in sommige sectoren betekent niet dat de krapte minder wordt. De cijfers over banengroei gaan puur over het aantal extra banen dat erbij komt. ,,We hebben nu al te weinig mensen’’, zegt Marieke Schramm, arbeidsmarktadviseur bij UWV. ,,Als je de vacatures nu niet kunt invullen, kun je als bedrijf ook niet echt doorgroeien. Kijk naar een horecaondernemer: die heeft al te weinig personeel en kan er dus niet nog een terras bij nemen. In zo’n sector komen er dan geen nieuwe banen bij. Bovendien gaan veel mensen met pensioen of willen van werk veranderen, dus je zult continu veel vacatures hebben om in te vullen.’’

Vacatures

Vraag naar personeel is er dus nog altijd, ook al komen er minder banen bij. In het tweede kwartaal van dit jaar stonden in Friesland nog 10.500 vacatures open. Dat zijn er wel 1400 minder dan het jaar ervoor. De meeste vacatures staan open in technische beroepen als elektricien, loodgieter en installateur.

Opvallend is dat ook in de administratie nog veel vraag naar personeel is, terwijl dit juist een sector is waar door digitalisering banen wegvallen. Al ben je als hotelreceptionist en klantcontactmedewerker wel beter af dan secretaresses en administratief medewerkers. ,,De taken worden complexer door digitalisering’’, schetst Schramm. ,,Voor het invoeren van data zijn steeds minder mensen nodig maar probleemoplossend vermogen, klantvriendelijkheid en samenwerken worden belangrijkere vaardigheden.’’

Ook in zorg en welzijn en commerciële beroepen is nog altijd veel vraag naar mensen. Eigenlijk is iedere sector ook krap, alleen de creatieve en taalkundige beroepen zijn in evenwicht.

Vergrijzing

De personeelstekorten zullen blijven aanhouden door vergrijzing en ontgroening. Bijna 95.000 Friese werknemers zijn ouder dan 50 jaar. Een derde daarvan is al 60-plus en zal in de komende jaren met pensioen gaan. Vooral in de sectoren zorg en welzijn, industrie, openbaar vervoer en onderwijs stoppen veel mensen binnen korte tijd met werken. Deze sectoren zijn van cruciaal belang voor het functioneren van de maatschappij.

In de zorg alleen al gaan in de komende zeven jaar 7200 mensen met pensioen. Dit kan amper worden ingevuld met jongeren. Bij mbo-onderwijsinstelling Firda volgen ongeveer 7500 mensen een zorgopleiding. Dat zullen er in de toekomst door ontgroening nog minder worden.

Onbenut arbeidspotentieel

Wie zijn dan wel beschikbaar om de personeelstekorten op de arbeidsmarkt te ondervangen? De meeste Friezen zijn al aan het werk en begeven zich zodoende niet op de arbeidsmarkt. Het UWV spreekt van onbenut arbeidspotentieel bij mensen die (meer uren) willen werken en dat nu niet doen. Van de Friezen tussen de 15 en 57 jaar valt 9 procent hieronder. Dat gaat om 43.000 mensen.

Maar deze mensen kunnen niet allemaal zo aan het werk. Er zijn drie categorieën:

  • Deeltijders die meer uren willen werken (21.000) . Een groot deel daarvan is student of scholier. Zij kunnen niet fulltime werken maar willen wel meer uren draaien, bijvoorbeeld in de horeca, klantenservice, retail en snackbars. ,,Gemiddeld wil deze groep acht uren per week meer werken’’, zegt Schramm. ,,Dan heb je potentieel toch nog over zo’n 4000 fte.’’
  • Werklozen (12.000) . Deze mensen hebben geen betaald werk maar zijn wel beschikbaar. Schramm: ,,Een deel hiervan hebben wij ook in beeld, maar alleen de mensen die een uitkering hebben. De rest heeft bijvoorbeeld geen sollicitatieplicht en hoeft zich niet te melden. Het is zonde als je niet weet wie dat zijn, want we hebben iedereen nodig op de arbeidsmarkt.’’
  • Semi-werklozen (10.000) . Dit gaat om mensen die geen baan hebben en daar tijdelijk ook niet naar op zoek zijn. Dat kan onder meer gaan om ziekte, arbeidsongeschiktheid of mantelzorg.

Conclusie

Het aantal Friezen dat kan werken zal de komende jaren flink dalen. In 2040 zijn er 40.000 minder inwoners tussen de 20 en 64 jaar. ,,We zullen met minder mensen het werk moeten doen’’, aldus Schramm. ,,We willen daarom echt goed weten wie de werklozen en werkzoekenden in de provincie zijn.’’ Voor bedrijven is het van belang om mensen die meer uren willen werken deze kans ook te geven. ,,Hoe maken we een werkplek geschikt voor iemand met een beperking, hoe werf en behoud je werknemers? Dit zijn uitdagingen waar we aan moeten werken.’’

Bron: Leeuwarder Courant 24 november 2023

Nieuws